Naarmate fitness- en voedingsonderzoeksmethoden beter worden, blijven ideeën over lichaamsbeweging en voeding evolueren. Grote veranderingen vonden plaats in de jaren tachtig, met de oprichting van certificeringsorganisaties die fitness- en voedingsonderzoeksstudies sponsorden. Gecertificeerde instructeurs hebben het publiek geïnformeerd over de huidige onderzoeksresultaten. Technologie speelde eind jaren negentig een rol in de informatiestroom, waardoor mensen weloverwogen beslissingen konden nemen over hun dieet en trainingsprogramma's.
Video van de dag
The Food Pyramid
Zuivel- en vleesproducten vormden ooit de basis van de voedselpiramide, gevolgd door groenten en fruit en graanproducten. In 1977 werden de 'voedingsdoelen voor de Verenigde Staten' gecreëerd, wat suggereert dat Amerikanen hun inname van vet, verzadigd vet en cholesterol verlagen en hun koolhydraatconsumptie verhogen naar 55 procent tot 60 procent van de dagelijkse calorieën. Het Amerikaanse ministerie van landbouw heeft in 1989 een adviescommissie gevormd op basis van onderzoek dat is verschenen in 'Het rapport van de algemene arts over voeding en gezondheid' en het rapport 'Dieet en gezondheid' van de National Research Council. Deze onderzoeken leverden verder bewijs voor het belang van de consumptie van fruit, groenten en koolhydraten, en voor de relatie tussen voedingsmiddelen met een hoog cholesterolgehalte en kanker en hartaandoeningen. Vanaf 2011 vormen volle granen de basis van de piramide, gevolgd door groenten en fruit, vlees en zuivelproducten en vet en olie.
Sportvoeding
Aërobe duursporters dachten ooit dat ze een dieet nodig hadden dat voornamelijk op koolhydraten was gebaseerd, terwijl bodybuilders een eiwitrijk dieet volgden. Dit veranderde in de jaren tachtig, met de ontwikkeling van het sportvoedingsveld, zegt Marie Dunford, PhD, RD, auteur van 'Fundamentals of Sport and Exercise Nutrition'. De verandering van sportvoedingstheorieën parallel aan veranderende concepten in conditioneringsfilosofieën. Aerobe atleten realiseerden zich dat ze weerstandtraining moesten toevoegen aan hun trainingen, en bodybuilders leerden dat aerobe lichaamsbeweging hun lichaamsvet verminderde en zichtbaarheid aan hun goed ontwikkelde spieren toevoegde. Deze veranderingen in trainingsmethoden zorgden voor veranderingen in het voedingspatroon. Coaches adviseerden krachttrainingssporters om de koolhydraatconsumptie te verhogen en aerobe atleten om meer eiwitten te eten.
Damesfiguren
Coed sportscholen zijn een product van de late jaren 1970. Voordien hadden fitnesscentra mannen- en vrouwendagen. Als mannen dagelijks toegang wilden hebben, sloten ze zich aan bij een bodybuilding gym, en vrouwen sloten zich aan bij 'figuursalons', waar ze trillende riemen op hun benen legden met de hoop het vet weg te schudden, of hun buik tegen houten walsmachines zetten in de hoop het overtollige materiaal weg te rollen zakdoek.Oefenlessen bestonden uit hoge herhalingsoefeningen die geacht werden om de zogenaamde probleemgebieden te verminderen.
Coed Gyms
Hoewel de volledig vrouwelijke sportschool nog steeds bestaat, zijn de meeste grotere centra nu gecamoufleerd. Dr. Miriam Nelson, in 1999, schreef het boek "Strong Women Stay Young," waarin krachttraining werd voorgesteld als een manier om osteoporose te voorkomen. Zowel mannen als vrouwen oefenen nu weerstandstraining oefeningen. Spotreductie werd als een mythe vermeden en het totale gewichtsverlies werd de focus van trainers.
Aerobic Evolution
Gechoreografeerde aerobicslessen overwonnen in coed gyms in de late jaren 1970 tot de jaren 1980. Terwijl sommige mannen deelnamen aan de lessen, waren vrouwen de belangrijkste deelnemers. Step aerobics werden geïntroduceerd in de late jaren 1980. De bewegingen van de atleet lokten meer mannen uit om deel te nemen aan de aerobe lessen. Indoor groep fietsen klassen werden ook geïntroduceerd in de late jaren 1980. Deze lessen trokken nog meer mannelijke deelnemers. In dezelfde periode introduceerden fabrikanten van apparatuur nieuwe soorten aërobe machines. Traplopers, crosstrainers en ligfietsen voegden zich bij de loopbanden en de staande fietsen.
Van choreografie tot kern
De woorden 'functionele training' werden halverwege de jaren negentig een thema en tot nu toe is de trend in de 21e eeuw voortgezet. Functioneel verwijst naar bewegingspatronen die dagelijkse activiteiten of atletische bewegingen simuleren. In plaats van één spiergroep te isoleren, integreert de functie bewegingen die het lichaam leren om als een gecoördineerde eenheid te werken. Dit type trainingsprogramma bevat balans- en kerntraining. De kernoefening betrekt de dieper liggende stabiliserende spieren van het lichaam, die nodig zijn voor het handhaven van een dynamisch evenwicht of een evenwicht in beweging. Stabiliteitsballen, de BOSU of halve bol en de balansplaat zijn kerntrainingshulpmiddelen.