Je lichaam heeft een constante toevoer van glucose, of suiker, voor cellen om energie te hebben, dus het vereist een gemakkelijk verkrijgbaar reservoir om de bloedglucose in balans te houden. Een van de belangrijkste taken van de lever in het lichaam is het regelen van de hoeveelheid glucose die in het bloed circuleert. Door overtollige glucose op te slaan als glycogeen en door nieuwe glucose te creëren uit eiwitten en vetbijproducten, is de lever te allen tijde in staat om evenwichtige glucosespiegels in uw lichaam te handhaven.
Video van de dag
Vorming van glycogeen
Wanneer u koolhydraten eet, geeft het lichaam onmiddellijk glucose af in de bloedbaan, waardoor insuline wordt aangemaakt. Het lichaam kan niet in een staat van constante consumptie zijn, dus wanneer insuline niveaus hoog genoeg zijn, verbindt het lichaam lange ketens glucose samen tot een verbinding genaamd glycogeen, die vervolgens wordt opgeslagen in de lever en de spieren. De lever gebruikt deze opgeslagen glucose-energie als het belangrijkste reservoir voor het vrijgeven van glucose in de bloedbaan als het niveau daalt.
Afbraak van glycogeen
Bloedsuikerspiegel neemt af wanneer u niet eet, zoals tijdens de slaap of tussen de maaltijden. Deze lage bloedsuikerspiegel geeft aan dat de lever glucose produceert en vrijkomt in de bloedbaan. De lever begunstigt glycogeen als zijn primaire bron omdat het efficiënt wordt afgebroken tot glucose in een proces dat bekend staat als glycogenolyse. In dit proces breekt de lever de bindingen die glucosemoleculen samenhouden als glycogeen, waarbij de meeste maar niet alle glycogeenmoleculen worden afgebroken.
Effecten van insulineresistentie
Wanneer uw lichaam chronisch wordt blootgesteld aan hoge niveaus van bloedsuikerspiegel en insuline, zoals nadat u een overmatige hoeveelheid voedsel met veel suiker hebt gegeten, ontwikkelt het een resistentie tegen het hormoon en de lever kan niet goed reageren, wat uiteindelijk leidt tot diabetes type 2 als de weerstand niet onder controle is. Volgens een studie gepubliceerd in juli 2005 in "Clinical Diabetes", vertonen personen met insulineresistentie meer afwijkingen in leverfunctietests. Wanneer insuline niet goed naar de lever kan signaleren, produceert de lever meer vrije vetzuren, waardoor de samenstelling van het orgaan verandert en mogelijk tot bijkomende gezondheidscomplicaties leidt.
Leverfunctie in omstandigheden met laag glycogeen
Wanneer glycogeenniveaus in de lever erg laag zijn, zoals wanneer u aan het vasten bent of een koolhydraatarm dieet volgt, gebruikt de lever andere bronnen om meer glucose te produceren en af te geven in de bloedbaan. Door een proces genaamd gluconeogenese kan de lever glucose aanmaken uit aminozuren, de bouwstenen van eiwitten en vetbijproducten. Lage glycogeenniveaus veroorzaken ook een proces genaamd ketogenese, waarbij de lever vetten gebruikt om ketonen te maken.Ketonen kunnen dan worden verbrand als brandstof voor spieren en organen.