Biomechanica van Sprint Running

How to Sprint: A Breakdown of the Biomechanics of Running

How to Sprint: A Breakdown of the Biomechanics of Running
Biomechanica van Sprint Running
Biomechanica van Sprint Running
Anonim

sprint hardlopen is extreem technisch. Het gaat om het gebruik en de coördinatie van je hele lichaam. Olympische sprinters stemmen de biomechanica van hun sprint-loopvorm jarenlang nauwkeurig af om hun tijden met fracties van een seconde te verminderen. Er zijn vier basisfasen van sprintlopen: ondersteuning, vroege vlucht, mid-flight en late vlucht. Deze vier bewegingen komen voor in elke stap die je neemt tijdens het hardlopen. Ook in elke fase trekken je spieren excentrisch of concentrisch samen. Bij een excentrische beweging neemt de spanning toe naarmate de spier langer wordt. Bij concentrische beweging neemt de spanning toe naarmate de spier korter wordt. Uw biceps-spier ondergaat bijvoorbeeld excentrieke spierflexie - buigende beweging - tijdens de neerwaartse fase van een biceps-krul en concentrische spierflexie tijdens de opwaartse fase.

Video van de dag

De ondersteuningsfase

De ondersteuningsfase staat ook bekend als de push-off. Deze fase is verantwoordelijk voor je voorwaartse voortstuwing. In deze fase vinden verschillende bewegingen plaats. De eerste is excentrische heupflexie. Deze beweging is verantwoordelijk voor het vertragen van uw achterwaartse dijrotatie. De volgende is concentrische knie-extensie - richtbeweging. Deze beweging drijft je zwaartepunt naar voren. De laatste beweging die optreedt, is concentrische plantaire flexie. De plantaire flexie is wat je voortstuwing naar voren geeft.

De vroege vluchtfase

Tijdens de vroege vluchtfase doen je heupen en je knieën het grootste deel van het werk. Ze bereiden zich voor op de volgende stap in je schreden. Er zijn twee bewegingen tijdens deze fase; excentrische heupflexie en excentrische knie-extensie. Tijdens excentrische heupflexie vertraagt ​​u de achterwaartse rotatie van de dij. De excentrische knie-extensiebeweging omvat de quadriceps-spieren. Ze werken om de achterwaartse rotatie van been en voet te vertragen.

De middenvluchtfase

De middenvluchtfase duurt slechts milliseconden en is de meest elementaire fase. Eén hoofdbeweging vindt plaats tijdens deze fase en dat is concentrische heupflexie. Tijdens concentrische heupbuiging, versnelt u uw dij naar voren. In de concentrische heupflexiefase bereid je je voor op je volgende voortstuwende stap.

De late vluchtfase

De laatste milliseconden voordat uw voet de grond raakt, is wanneer de fase van de late vlucht optreedt. Deze fase omvat twee hoofdbewegingen: concentrische heupextensie en excentrische knieflexie. De concentrische beweging van de heupverlenging zorgt ervoor dat uw bovenbeen naar achteren wordt gedraaid. Dit brengt uw lichaam in evenwicht, zodat u uw volgende stap kunt zetten. De excentrische knieflexie versnelt het hele been naar achteren. Deze beweging beperkt de extensie van je knie en helpt het remmen te minimaliseren wanneer je voet de grond raakt.