Als u een hoge bloeddruk, congestief hartfalen of een onregelmatige hartslag heeft, is het mogelijk dat u een medicatie gebruikt die uw hartslag regelt. Dit medicijn kan een bètablokker zijn. Bètablokkers helpen je hart efficiënter te werken door de hoeveelheid bloed en zuurstof die het gebruikt te verminderen. Normaal gesproken neemt uw hartslag toe als u begint met trainen. Maar als u dit type medicatie gebruikt, neemt uw hartslag niet toe.
Video van de dag
Hartslag
Uw hartslag wordt bepaald door de hoeveelheid werk die u aan het doen bent. Als u slaapt, hebt u de minste hoeveelheid zuurstof nodig. Wanneer u voor het eerst wakker wordt, is uw hartslag de laagste waarde van de dag. Als je spieren meer zuurstof vragen omdat je aan het sporten bent, wordt je hartslag hoger om aan deze vraag te voldoen. Naarmate uw spieren beginnen af te koelen, wordt uw hartslag weer normaal.
Oefening
Terwijl u uw dag doorloopt, neemt uw hartslag toe en af om aan de behoeften van uw lichaam te voldoen. Wanneer je begint te trainen, beginnen je spieren een constante zuurstoftoevoer naar brandstof te eisen. Je hartslag neemt toe om sneller bloed naar je spieren te pompen, zodat ze kunnen blijven werken. Naarmate u harder traint, bereikt uw hartslag uw trainingspercentage en weet u dat u de juiste intensiteit hebt.
Betablokkers
Een bètablokker beperkt de snelheid waarmee uw hart klopt. Uw hartslag zal nog steeds toenemen vanwege de eisen van de spieren, maar waarschijnlijk zult u uw doelhartslag niet bereiken. Dit maakt het moeilijk om de intensiteit van uw training te bepalen. Je hart circuleert niet zo snel als bloed dat de spieren erom vragen, dus je wordt sneller moe. Het ontbreken van verse zuurstof naar je spieren stopt de productie van brandstof om je spieren te laten verbranden. Je hebt het gevoel dat je hard werkt, maar misschien bereik je je doelhartslag niet.
Oefeningrichtlijnen
De snelheid van ervaren inspanning of Borg-beoordeling van waargenomen inspanning is een alternatief voor het gebruik van uw doelhartslag om de intensiteit van uw training te meten. Tijdens je training geef je een cijferbeoordeling op aan hoe hard je denkt dat je werkt. De waargenomen inspanningsschaal loopt tussen 6 en 20, waarbij 20 maximale inspanning is. Als je eenmaal vertrouwd bent met het gebruik van deze schaal, kun je beginnen jezelf uit te dagen om een hoger aantal te bereiken. De inspanningsschaal is een betrouwbare manier om de intensiteit van uw training te meten.